woensdag 30 mei 2012

TV-tip: Holland Doc: Jeroen Jeroen

Donderdag 31 mei 2012 - Ned 2 - 22.55 uur

Niet doen, Jeroen

"Nee Jeroen, leg dat neer." "Laat die tafel maar staan." "Raap dat eens even op." "Doe eens voorzichtig." Tijdens het wachten op de bus die de autistische Jeroen naar de opvang brengt, herhaalt zijn moeder het bijna als een mantra: niet doen, Jeroen. Niet doen, niet doen, niet doen. De  kijker ervaart aan den lijve hoe lang een paar minuten dan kunnen duren.

Prikkels

De 15-jarige verstandelijk gehandicapte Jeroen woont bij zijn moeder. Overdag is hij in een opvang. Het weekend brengt hij door bij zijn vader. Vanwege zijn autistische aandoening is Jeroen zeer gevoelig voor prikkels en heeft hij voortdurend zorg en begeleiding nodig. Regisseurs Peter Lataster en Petra Lataster-Czisch volgen gedurende vier maanden het leven van de puber, zijn moeder Anita en zijn vaste begeleider Kevin. Dicht op de huid gefilmd en zonder commentaar tonen zij hoe Jeroen zijn omgeving stelselmatig op de proef stelt.

Ontregelen

Jeroen is aanhankelijk, charmant en geestig. Maar hij is ook onhandelbaar en bijzonder bedreven in het ontregelen. Voortdurend is de graatmagere tiener dingen aan het verstoren, kapotmaken en omverwerpen. In de openingsbeelden gooit hij net zolang een grote, blauwe bal in de lucht totdat die vastzit in een boom. Met een voldane glimlach loopt hij naar de camera: het is hem gelukt. Monter komt Kevin aandraven om de bal uit de boom te halen, zoals hij later schoenen en kleren uit de bosjes plukt, en puzzelstukjes en boterhammen van de vloer opraapt. Maar zelfs hij wordt soms tot wanhoop gedreven als Jeroen zich van zijn meest onhandelbare kant laat zien.

Regisseurs Peter Lataster en Petra Lataster-Czisch ontvingen in 2011 een Gouden Kalf voor hun documentaire over (schoon)ouders Ger en Hermine Lataster 'Niet Zonder Jou'.

woensdag 23 mei 2012

Welke school, welke richting?

Ja, naar welke school zou onze jongste gaan.
We hadden een aantal open dagen bezocht en uiteindelijk bleven er twee scholen over.
Maar daartussen kiezen was moeilijk.
Zoals het op ons overkwam kunnen beide scholen een goede plek bieden voor leerlingen met autisme, er is geen duidelijk verschil in de inrichting van de zorgstructuur.
Dus wat doe je dan?
Kijken hoe een school er op een gewone dag uitziet.
Maar dan niet met een rondleiding, een kijkje in de klassen is niet nodig.
Nee, meer hoe gaat het er in de pauzes aan toe. Dat zijn de vrije momenten, voor de meeste leerlingen hun rustpunt. Hoe gaat het met het van lokaal wisselen, hoe druk zijn de gangen dan? Onze jongste houdt echt niet van gedrang.

Na overleg met de leerkracht hebben we besloten om beide scholen te bezoeken net voor de kleine pauze begint.
Dan kunnen we zien hoe het er in de gangen en in de aula aan toegaat.
Maar moeten we ons dan van te voren melden?
De leerkracht vond dat we dat beter niet konden doen.
Zelf waren we daar ook een beetje huiverig voor, want dan wordt het meer zo'n 'verlicht nummer', iets wat we juist niet wilden.
Dus de stoute schoenen aangetrokken en gewoon gegaan.

Natuurlijk hebben we ons netjes gemeld bij de de balie, met ons verzoek.
Bij de eerste school werd wel een beetje raar opgekeken, en of we niet met iemand een gesprek wilden, nee, dat niet, alleen rondkijken.
Natuurlijk kwam er wel iemand met ons praten met het vriendelijke verzoek om in het vervolg wel een afspraak te maken...
Ja, natuurlijk, maar autisme en zo, en op deze manier kun je ook goed testen hoe een school omgaat met onverwachte veranderingen. Hmm, oke.

Bij de tweede school ons ook weer netjes gemeld. Daar werden we in eerste instantie niet toegelaten, er werd iemand van de directie gezocht, die niet te vinden was. Want als alle kinderen in Doetinchem dit gaan doen..., dat kan natuurlijk niet. Nee natuurlijk niet, maar op deze manier kunnen we wel testen hoe een school omgaat met onverwachte gebeurtenissen. Nou, dan waren we hier bij de verkeerde school, van onverwachte dingen houden ze niet. Maar vooruit, voor deze keer mochten we rond kijken.

En hoewel het antwoord van de tweede school mij een beetje ergerde, geeft dit wel aan dat ze op deze school van structuur houden.
Bovendien vond onze jongste het op deze school veel rustiger aan toe gaan, minder gedrang in de gang, en al was het vol, er was nog wel gewoon plek om ergens te gaan zitten.

Daar waren we dus uit, maar nu het volgende obstakel. We gingen er vanuit dat hij havo zou gaan doen, maar toen kwam de cito-toets terug en blijkt onze jongen wel echt een vwo leerling te zijn.
Vertwijfeling alom, bij de leerkracht, de begeleider en dus ook bij onze jongen, maar niet bij ons. We houden gewoon vast aan havo.

Ook bij het aanmeld gesprek kwam deze vraag naar voren, doe je hem niet tekort als je hem naar de havo stuurt?
Nee vinden wij.
Er komen zoveel nieuwe dingen op hem af.
Nieuwe klasgenoten, nieuwe leraren, nieuwe vakken, andere lokalen, huiswerk maken. Bovendien wordt er op het vwo meer zelfstandigheid verwacht, moet je vaker samenwerken.
Wij vinden het beter dat onze jongen energie overhoudt om al deze nieuwe dingen goed een plek te geven. Als alle energie al opgaat aan de lesstof, houdt hij niks over en is er de kans dat hij het niet redt en moet afstromen. Dat lijkt ons geen leuke ervaring, dan beter wat lager beginnen en als het kan eventueel later opstromen.
Gelukkig was de orthopedagoog van school het helemaal met ons eens. Bij dit soort kinderen zie je vaak een gewenningsperiode, en als die doorlopen is zie je ze groeien.

Twee dagen later lag de brief om de mat waarin stond dat hij is toegelaten.
Mooi, dan kunnen we dit afsluiten en verdergaan met de laatste weken in groep 8: kamp en musical.